Jezelf prettig voelen? Bel 06 – 38 01 66 62

Beelddenken in de praktijk.

Een aantal jaren geleden ben ik begonnen met mijn omscholing tot Kinder- en Lifestylecoach. Mijn eerste stap daarin was de opleiding van Ik Leer Anders. Een methode om de talige leerstof te vertalen naar beelden, een uitkomst voor beelddenkers.

Wat zijn de kenmerken van beelddenkers? Waarschijnlijk is het een open deur: ze denken in beelden. Bij het horen van een woord horen ‘zien’ zij een beeld. Horen ze het woord hond, dan zien zij in gedachten en een hond. Misschien is je ooit eens gevraagd tijdens een uitleg op school of je er een beeld bij had of : Zie je het voor je? Nou een beelddenker heeft er meestal een beeld bij en ziet het voor zich. Behalve bij  de zogenaamde  ‘lege’ woorden: zoals, niet, de, een, het, omdat en hulpwerkwoorden. Die woorden worden daarom tijdens de Ik Leer Anders training als woordbeeld opgeslagen.

Hoe kom je er achter of iemand beelddenker is? Je kunt de test doen die op de site van Ik Leer Anders staat. Heb je meer dan 10 vragen met JA beantwoord, dan zou iemand beelddenker kunnen zijn. Die antwoorden zijn natuurlijk geen garantie, want ook hooggevoelige, hoogbegaafde kinderen hebben deze kenmerken en zijn niet persé beelddenker.

Oogpatronen kunnen ook laten zien of iemand beelddenker is. Je stelt iemand een aantal vragen die betrekking hebben op dingen uit het verleden. Zoiets als welke kleren had je moeder zondag aan? Wat heb je dinsdag gegeten en aan welke kant lag het vlees op je bord? Als de persoon nadenkt over de antwoorden ga je letten op de ogen. Welke kant gaan de ogen op? Gaan de ogen naar boven en naar links (voor de kijker rechts) dan haalt de persoon beelden op uit het geheugen. Gaan ze naar boven en naar rechts (voor de kijker links) dan maakt de persoon nieuwe beelden. (hier kun je de zien waar de andere oogpatronen voor staan) Kijkt de persoon recht vooruit (starende of knipperende blik) dan lijkt het erop dat het visuele representatie systeem ingeschakeld is. De persoon beleeft het, zit er als het ware midden in.

Bij mij kwam een leuk blond jongetje, Klaas, van 6 jaar. Hij had extra hulp gehad op het gebied van taal en rekenen, maar er was niet zoveel vooruitgang. Er was een onderzoek uitgevoerd om uit te vinden wat Klaas nodig zou zijn om tot ontwikkeling te kunnen komen. Het onderzoek bestond uit een WISC III, algemene intelligentietest, en observaties tijdens de afname van test. Uit die test kwam naar voren dat Klaas visueel sterk is, in beelden denkt en leert vanuit visueel overzicht en heldere instructie nodig heeft.

Moeder kwam met Klaas bij mij voor een training van Ik Leer Anders. Ze had de site van Ik Leer Anders bekeken, de test gedaan en Klaas vertoonde veel kenmerken van een beelddenker. Een Ik Leer Anders training zou hem dan in korte tijd verder kunnen helpen en misschien kon hij zelfs zijn achterstand inlopen. Op school waren ze ook aan de slag gegaan en hadden hem kaartjes mee gegeven met woorden erop. Daar moest hij dan een foto van maken en de foto opslaan in zijn hoofd. Dat leek al aardig op de Ik Leer Anders methode. Dus gingen we aan de slag. We hebben kasten in zijn hoofd gemaakt voor de letters, blauw, en leuke dingen, rood. Voor rekenen was dat niet nodig, want dat vond hij maar niets. We spraken af dat als we aan rekenen toe waren die kast er alsnog zou komen, net als de kast voor de minder leuke dingen. Hij vond het prima maar in het weekend bleven de kasten dicht. :)) Het woordje STATION pakte hij netjes op met zijn ogen en zette het in de taalkast. Ook kon hij het woordje STATION vlot van achter naar voren spellen. Dat was mooi.

De volgende sessie zouden we het alfabet in zijn hoofd zetten. Maar het lukte niet. De 1e regel zat er in. Maar veel verder kwamen we niet.  Ik had alvast kaartjes gemaakt met de woorden van groep 3. Om te zien hoe snel Klaas die woorden kon lezen, liet ik hem de woordjes op ooghoogte zien.  Hij kon die woorden vlot lezen. Af en toe mistte Klaas een aantal letters van een woord of husselde de letters door elkaar.  Van het woord TEEN zag hij de T niet. Na 3 x goed kijken zag hij hem nog niet. Ik vond het vreemd. Hij had al een ogentest gehad en er waren geen afwijkingen geconstateerd.

Omdat jonge kinderen zich nog niet zo lang kunnen concentreren hadden we afgesproken dat we een half uurtje zouden werken en de tijd was al gauw om. Ze zouden thuis het alfabetlied leren. Ook had ik ze de gelamineerde bladen met letters meegegeven om ze over te kunnen trekken. Zo kon hij op de juiste manier de letters leren schrijven. Tips om letters in scheerschuim te schrijven etc. etc. Na deze 2e sessie kreeg ik toch twijfels en vroeg me af of zijn ogen wel goed samen werkten of er geen sprake was van fixatie disperatie.

Tijdens de 3e sessie heb ik mijn twijfels met de ouders gedeeld. Ook moeder had twijfels gekregen. Zelf had de jongen aangegeven dat zijn hoofd te vol was en dat er gewoon niets meer bij kon. Dat daarom alle opgeslagen woorden ook weer zo snel verdwenen. Ik vroeg hem nogmaals zijn hoofd te tekenen en alles wat daar in zat. Wat hij niet meer nodig was kon hij in gedachten weggooien of letterlijk wegkrassen. Maar dat lukte hem niet. Om nog even de ogen te checken deden we een aantal oefeningen. De bal vangen ging prima. Hij kon mijn vinger prima volgen en ook gingen zijn ogen wel naar zijn neus als mijn vinger dichterbij kwam. Ik stelde hem nog een aantal vragen over de vakantie. Wat had hij gedaan en welke kleren had hij aangehad, op welke plank van zijn kledingkast lagen zijn sokken. De ogen gingen naar links onder (voor de kijker rechts) of bleven horizontaal. Ik zag zijn ogen niet naar boven draaien. Het kan natuurlijk zijn dat hij de vakantie weer beleefde en midden in zijn kamer stond om zijn sokken op te zoeken. Klaas vertoont veel kenmerken van een beelddenker, hij draait de b, d, p en q. Hij husselt de letters van woorden door elkaar. Zijn handschrift lijkt op die van een dokter. Hij houdt van Lego, is snel afgeleid. Gefrustreerd als het niet lukt, stelt hoge eisen aan zichzelf. En toch….

Als je ogen niet goed samenwerken, kun je oefenen tot je een ons weegt maar het resultaat zal nihil zijn. Het zelfvertrouwen wordt er niet beter van en de weerzin tegen school groter. Daarom heb ik de ouders geadviseerd om naar een collega te gaan. Zij kon bij Klaas testen of zijn ogen wel goed samenwerkten en of zijn reflexen wel goed geïntegreerd waren.  Mocht dat allemaal prima in orde zijn dan konden we verder gaan met de training.  Er was al gauw een afspraak gemaakt. De ogen bleken inderdaad niet goed samen te werken en ook een aantal van zijn reflexen waren niet goed ontwikkelt. Klaas heeft daar oefeningen voor mee gekregen.  Klaas zal  straks een stuk makkelijker leren.

(De naam van het jongetje is door mij bedacht)